Het werkgeversperspectief

Techniekwerkgevers creëren meer zij-instroom, maar ervaren ook knelpunten

“Werk moet lonender zijn en begeleidingsmogelijkheden ruimer”

Werkgevers in de regio Zwolle hebben de handen ineengeslagen om het personeelstekort in de techniek en de groeiende vraag naar vakmensen aan te pakken. Met het programma Switch naar Techniek bieden zij zij-instromers een voorschakeltraject van tien weken. Na afronding van dit traject starten de deelnemers duurzaam bij een van de aangesloten werkgevers. Dankzij intensieve begeleiding is na een jaar meer dan driekwart van deze medewerkers nog in dienst. Na het succes in de regio Zwolle wordt het initiatief nu uitgebreid naar andere regio’s. Door knelpunten verder weg te nemen, kan de broodnodige instroom van vakmensen verder worden vergroot.

“Binnen de Techniek werpen we onbewust drempels op die nieuwe instroom lastiger maken.”

Ramona de Lange van Switch naar Techniek

Het initiatief

Switch naar Techniek is opgericht door en voor werkgevers die hun werkzaamheden verrichten binnen de energietransitie. Vooral bij installatiebedrijven en in de bovengrondse en ondergrondse energie-infrastructuur. Sinds 2021 werven de werkgevers in de regio Zwolle gezamenlijk zij-instromers. “Dat is ultiem belangrijk, want de instroom vanuit het onderwijs alleen is onvoldoende. Zonder zij-instroom halen we de ambitieuze doelstellingen voor de energietransitie niet,” schetst netwerkmanager Ramona de Lange van Switch naar Techniek.
Met het voorschakeltraject bieden werkgevers gemotiveerde kandidaten de kans om een carrièreswitch te maken, direct met uitzicht op een duurzaam dienstverband van minimaal een jaar. Iedereen kan zich aanmelden voor het gratis opleidingstraject. “Jong of oud, ervaren of juist niet. Iedereen die gemotiveerd is, is welkom,” aldus De Lange.

Ontwikkeltraject

Deelnemers kiezen een richting die zich vooral buiten afspeelt (ondergrondse infra, netwerkbeheer) of juist binnen (installatietechniek). Meestal volgen zij eerst een ontwikkeltraject van tien weken, met theorie en een werkstage bij een van de deelnemende bedrijven. Daarna kunnen ze als assistent-monteur aan de slag om zich verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld met een BBL-traject van werken en leren. “Naast technische basisvaardigheden is er in het voorschakeltraject aandacht voor sociale ontwikkeling, werkfit worden en persoonlijke ontwikkeling.” Het traject wordt betaald door de bedrijven die ook de praktijkbegeleiding verzorgen. Daarnaast helpen jobcoaches van Switch naar Techniek met de begeleiding en ontwikkeling.”

Groeimodel

Het initiatief begon met acht werkgevers. Door het succes is dit inmiddels doorgegroeid naar ruim 25, waaronder steeds meer mkb-bedrijven. Voor de instroom wordt nauw samengewerkt met het WerkgeversServicepunt Zwolle. De afgelopen jaren zijn steeds meer zij-instromers opgeleid; van 23 mensen in 2021 naar 59 in 2023. “We blijven groeien. We zijn in gesprek met steeds meer partijen, zoals nieuwe werkgevers, sectoren als de Bouw en ICT en andere samenwerkingsverbanden. Inmiddels hebben we ruim honderd mensen begeleid naar een baan voor de energietransitie en daar zijn we erg trots op.” Na deze regionale start volgt binnenkort de uitbreiding naar meer regio’s; in ieder geval in Emmen en Twente en in 2025 wellicht Groningen, Friesland, Apeldoorn en Deventer.”

Knelpunten en uitdagingen

De personeelsinstroom groeit op deze manier, maar is nog lang niet genoeg. Daarbij ervaren werkgevers verschillende knelpunten en uitdagingen. Allereerst blijft het imago van praktisch en technisch werk nog steeds een knelpunt. “Op de een of andere manier heeft kantoorwerk lange tijd meer aanzien gehad dan vakmanschap. Dit begint inmiddels wel een beetje te kantelen, maar een technisch beroep wordt toch vaak als ‘moeilijk’ of ‘onbereikbaar’ gezien wanneer je geen twee rechterhanden hebt. Binnen de Techniek werpen we onze eigen drempels op die nieuwe instroom lastiger maken. Dat moeten we echt anders doen.”

 

Specifiek voor mensen die vanuit een uitkeringssituatie komen, zou werk direct lonender moeten zijn, stelt De Lange. “Zeker als mensen werk gaan opbouwen vanuit een uitkeringssituatie en nog niet meteen fulltime werken, kunnen zij ervaren dat het niet meteen lonend is als de uitkering en toeslagen meteen wegvallen. Daar ligt vooral een politieke uitdaging als we meer mensen willen activeren.”

Stapelbanen en statushouders

De techniekwerkgevers zien kansen om meer groepen te helpen in te stromen in de techniek, maar daarbij lopen zij ook tegen uitdagingen aan. “We zouden bijvoorbeeld graag aan de slag gaan voor mensen die stapelbanen hebben om rond te komen. Bijvoorbeeld een baantje bij een fastfoodketen én als pizzakoerier én met een krantenwijk erbij. Eén duurzame baan met meer werkzekerheid en ontwikkelkansen kan hen goed helpen én onze instroom vergroten. Maar juist voor deze mensen is het lastig om tien weken onze gratis opleiding te volgen, omdat ze hun bestaande inkomsten niet kunnen missen. Vanuit een uitkeringssituatie is dat met behoud van uitkering een stuk toegankelijker.”

 

Statushouders zijn ook een interessante doelgroep, die wel wat extra begeleiding vereist. Vooral op het gebied van taalontwikkeling én cultuurbegeleiding. Het eerste wordt vaak wel vergoed door gemeenten, maar het tweede niet. Terwijl die persoonlijke begeleiding meestal heel doorslaggevend is. Kleine cultuurverschillen kunnen een onduidelijke belemmering blijven als er geen aandacht voor is. Meer statushouders kunnen aan het werk als de begeleidingsmogelijkheden wat ruimer zouden zijn.”