Het brancheperspectief

Aanvalsplan Techniek moet grote uitdagingen technische sectoren helpen realiseren

“Als sociale partners kunnen we dit alleen samen oplossen”

De sectoren Techniek, Bouw en Energie staan voor grote uitdagingen, zoals de nationale woningbouwopgave en de energietransitie. Tegelijkertijd is er een groot tekort aan technische vakmensen, ongeveer 60.000 tot 2030. Daarom hebben werkgevers- en werknemersorganisaties de krachten gebundeld binnen het Aanvalsplan Techniek. Twee betrokken organisaties over het belang en de nieuwe stappen die nodig zijn.

In het Aanvalsplan hebben de sociale partners elkaar gevonden. De sectorale O&O-fondsen doen mee en ook drie ministeries (Economische Zaken & Klimaat, Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en Sociale Zaken & Werkgelegenheid) hebben het plan omarmd. De handen kunnen uit de mouwen, want de uitvoeringsplannen zijn inmiddels in gang gezet.

Hoe staan de zes technische sectoren ervoor?

“De krapte op de arbeidsmarkt is bekend. Door veel uitstroom van pensioengerechtigde medewerkers en te weinig nieuwe instroom is dit binnen de techniek extra sterk voelbaar. Voor elke twee uitstromers komt er maar eentje terug. Als we niets doen, worden de tekorten de komende jaren dus nog groter,” schetst Jurjen van Ligten, coördinator van het aanvalsplan vanuit Koninklijke Metaalunie.

Die krapte wordt een stevige hindernis voor de grote maatschappelijk opgaven, onderstreept Peter de Haan, coördinator vanuit FNV. “Als sociale partners zijn we van mening dat we het tekort aan technische (vak)mensen alleen samen kunnen oplossen. Met steun van de overheid.”

Zijn er verschillen tussen regio’s of de technische sectoren?

Van Ligten: “De krapte is groot in alle zes de sectoren. Nu is de druk misschien extra groot door de energietransitie, woningbouwopgave en de maakindustrie, maar die behoeften blijven fluctueren. Juist dan willen we zorgen dat we technische mensen in ieder geval behouden voor onze sectoren. Door de uitstroom te minimaliseren en instroom te vergroten, willen we de tekorten voor 25.000 vacatures structureel oplossen.” Regionale verschillen zijn er ook, ziet De Haan: “Vooral door demografische verschillen en regionale verschillen in werkloosheid. Maar mijn beeld is wel dat ook in regio’s met een wat hogere werkloosheid de vraag naar technische mensen groot blijft.”

“We kunnen de arbeidsmarkttekorten alleen oplossen door intensief samen te werken.”

Jurjen van Ligten, Koninklijke Metaalunie

Hoe gaan jullie de tekorten aanpakken?

“Naast behoud, willen we stimuleren dat meer mensen kiezen voor technische beroepen,” zegt Van Ligten. “Onder andere met een nieuw arbeidsmarktsysteem dat werkzoekenden beter inzicht geeft in de vele mooie carrièremogelijkheden die de technische sectoren bieden, bijvoorbeeld via van-werk-naar-werktransities. En met Techniek Centra, zoals onze bedrijfstakscholen, die via een verbeterde samenwerking van publieke en private partijen een kwalitatief hoogstaande opleidingsstructuur binnen onze sectoren aanbieden. Daarmee kunnen we aansluiten bij de komst van Regionale Werkcentra.”

Daarnaast worden actief groepen mensen benaderd die nu ondervertegenwoordigd zijn. De Haan: “Denk aan vrouwen of statushouders, maar natuurlijk ook zij-instromers uit andere sectoren. Iedereen die in de techniek wil werken, zou de kans moeten krijgen. En dan ook duurzaam voor langere tijd. Goed werkgeverschap voor die duurzame banen is essentieel.” Verder wordt ingezet op het verhogen van de arbeidsproductiviteit met procesinnovatie en robotisering, met mensgerichte technologie. De derde pijler is het aantrekken van talenten van buiten Nederland.

Hoe willen jullie omgaan met dit momenteel gevoelige thema van arbeidsmigratie?

De Haan: “Als je echt alles hebt gedaan – en daar zijn we nog niet – kun je tot de conclusie komen dat de instroom binnen Nederland en de EU te klein is en moet je verder kijken. Want het werk is vitaal voor onze samenleving. Als je kiest voor arbeidsmigratie moet je het goed regelen. Het ‘pluswerkgeverschap’ moet voor iedereen gelden, ook voor arbeidsmigranten. We moeten ervan af dat mensen één of twee jaar in Nederland komen werken en hier onder slechte omstandigheden verblijven. Als je vakmensen naar Nederland laat komen, moet dat wat mij betreft in principe voor langere tijd zijn en vind ik het ook de uitdaging om deze mensen onderdeel van het bedrijf en onze samenleving te maken.” Van Ligten: “Ook de werkgevers streven naar fatsoenlijk werkgeverschap. Dat is de enige manier. Wel kan ik me voorstellen dat het mogelijk is om buitenlandse vakmensen tijdelijk naar Nederland te halen met een vakkrachtenregeling. Waarbij we bijvoorbeeld mensen kunnen opleiden in hun geboorteland. Daarna komen ze hier een aantal jaren werken om daarna terug te gaan om met de opgebouwde kennis en ervaring ook weer bij te dragen in hun geboorteland. Ook dat kan een goede deeloplossing zijn.”

“Het ‘pluswerkgeverschap’ moet voor iedereen gelden, ook voor arbeidsmigranten.”

Peter de Haan, FNV

Wat hebben jullie nodig van de overheid?

“Goede samenwerking,” zegt Van Ligten. “We kunnen de arbeidsmarkttekorten alleen oplossen door intensief met elkaar samen te werken, ook met de overheid en zowel landelijk als regionaal. De betrokken sectoren investeren de komende tien jaar gezamenlijk 50 miljoen euro per jaar vanuit sectorale middelen. Het zou mooi zijn als we samen met de overheid kunnen investeren in het toe-leiden van mensen naar werk. Daarnaast willen we graag in gesprek om meer zij-instroom mogelijk te maken.” De Haan: “Het liefst nog voordat mensen in de WW komen. We vinden het normaal dat mensen op jongere leeftijd vier of vijf jaar een opleiding volgen, maar op latere leeftijd een jaar omscholen voor een kansrijkere baan ligt veel moeilijker. Als een dertiger of veertiger met een gezin hiervoor een jaar kan overbruggen, zou dat al veel doen. Dit kan gefinancierd worden vanuit WW-gelden.” Van Ligten: “Ik denk dat we elkaar als sociale partners hierin kunnen vinden, maar we hebben de overheid ook nodig. Daarover gaan we zeker in gesprek.” De Haan: “De toegevoegde waarde van die investering is groot genoeg. Ik wil de werkgevers ook complimenteren in de ambities die zij tonen.” Van Ligten: “Als sociale partners hebben we elkaar gevonden en werken we intensief samen voor ons gezamenlijke doel. We zijn klaar voor nieuwe stappen, samen met de overheid.”

Over het Aanvalsplan Techniek

Het Aanvalsplan Techniek is een samenwerking tussen zes technieksectoren en sociale partners. Vanuit werkgeverszijde zijn Bouwend Nederland, Koninklijke Metaalunie, Techniek Nederland, FME, WENB en BOVAG betrokken, in samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland. Vanuit werknemerszijde zijn de Ontwikkel- en Opleidingsfondsen en de vakbonden CNV en FNV mede-initiatiefnemers. Daarnaast wordt het aanvalsplan breed gedragen door betrokken partijen, waaronder overheidsinstanties, onderwijsinstellingen en bedrijven.